UIt een recensie door Yves Joris

Ik zit op een kruk
mijn leven stuk
ik ben een groot zitvlak
en mijn stoel vol
een puilend vlezen pak
dat eens ook mijn ziel
overgroeien zal.


Het bovenstaande gedicht, of moet ik het een aanloop tot noemen, dateert uit 1961. De dichter was toen zeventien jaar. Niets deed vermoeden dat dit gedicht vol rijmdwang en clichés van de hand is van een van de grootste Vlaamse dichters. Dit gedicht werd samen met andere schrijfsels gevonden in juni 2003 tijdens het opruimen van de kelder in zijn woning in de Cogels-Osylei. De samenstellers plaatsten de oorspronkelijke tekst aan de linkerzijde van de bundel, terwijl de gedrukte versie de rechterzijde siert.

Langs dochter Laura verschenen in facsimile zestien schetsen, die net als de schrijfsels van haar vader niet meer dan droedels zijn, probeersels die doorgaans niet aan de buitenwereld getoond worden. Het samenspel tussen deze onschuldige woorden en beelden is de kracht van de bundel. Dichter en dochter geven zich bloot in naïeve taal en vorm, wetend dat ze werk maken dat niet voor de buitenwereld bedoeld is. Wij kijken over hun schouder mee naar dit huishoudelijk tafereeltje.

En weer de zomer en het leven laait
en elke vrouw is velden
en een man de wind die waait
en waait.
O, elke vrouw is zeven
korte mooie dagen
om geweldig in te leven.

(Het is een) postume samenwerking tussen vader en dochter. De bundel zal geen literaire potten breken, maar mensen die een sober eerbetoon wensen aan de te vroeg overleden dichter is deze bundel zeker een mooie gelegenheid.

Voor de volledige tekst van deze recensie in Meander, klik hier

Uit de recensie die in Boekgrrls verscheen:

De gedichten in dit nieuwe bundeltje eindigen in 1964. Ze staan in chronologische volgorde en je ziet het kind, de jonge man, groeien. Dochter Laura selecteerde ze. Kort voor zijn dood begon ze voorzichtig tekeningen te maken die ze haar vader liet zien. Hij moedigde haar aan en in 1997 begon ze aan een opleiding grafische en illustratieve vormgeving die ze in 2001 met succes voltooide. Zij maakte de "kribbels" bij de "gedichtenkladden" van haar vader. Schetsen achterin het boek, gescheiden van de gedichten (je moet het boekje er ook voor omdraaien) afgedrukt op lijntjes- papier zoals je die in schriften vindt. Ze noemt ze kribbels omdat het een soort droedels zijn. Net als de gedichten, ruwe versies die niet bedoeld waren om gezien te worden.

Ik vind ze er mooi bij passen. Ze zijn net zo ijl en 'simpel' (hoe durf ik....!) als de gedichten van haar vader. Het lijken hier en daar kinderschetsen, die - soms in meerdere afbeeldingen - elk hun verhaal weten te vertellen. Net als haar vader in eenvoud je precies daar weet te raken waardoor je zijn bundel even dicht moet slaan om op adem te komen, zo weet de dochter het tekenend ook te doen. De ongecompliceerdheid wordt benadrukt door het lijntjes papier. In eerste instantie vond ik dat papier jammer, omdat ze het kinderlijke zo leken te willen onderstrepen en er daardoor wat aan kracht verloren scheen te gaan. Maar als je goed kijkt zijn ze heel sterk in hun emotie en een fraaie aanvulling op die beginperiode van haar vader. Mooi om te zien hoe de dochter je, in die zo moeilijke soberheid, net zo weet te raken als de vader dat op zijn wijze doet.

Voor de volledige tekst, klik hier