In de Standaard van 30 juli 1998 werd de uitgave besproken door Mark Schaevers:

Voor zijn vijfde uitgave koos het bibliofiele genootschap Literarte voor Brief aan een verre vriend van E.M. Cioran - een gelukkige keuze. De verre vriend waa Cioran in 1957 aan schreef, was de Roemeense filosoof Constantin Noïca, een jeugdvriend. Zelf woonde Cioran toen al twintig jaar in Parijs. De brief bereikte Noïca overigens niet, maar kwam hem wel op een gevangenisstraf van 25 jaar te staan (in 1964 werd hij daaruit ontslagen).

Waarover ging die brief dan wel? Sur deux types de société is de titel van zijn brief, en hij vergelijkt inderdaad, nog in volle koude oorlog, het maatschappijtype van het Westen en wat toen nog het Oostblok was. Het zal niet verbazen dat Cioran met geen van beide tevreden was - het waren voor hem gewoon twee soorten onverdraaglijkhied. "De brief," zo verantwoordt inleider Luc Devoldere zijn keuze voor deze Lettre à un ami lointain, "geschreven in andere tijden en andere omstandigheden, blijft voor de lezer van vandaag relevant. Nu met de val van het communisme het 'alternatief' voor de democratie en haar vrije-markteconomie is verdwenen, lijkt ook de kritiek op de eigen samenleving verstomd. Ciorans vaak rabiate diagnose dwingt de lezer die kritiek weer op te nemen, ook al is zijn emedie - als hij er al een voorstelt -nauwelijks geloofwaardig." Voorts komen binnen het bestek van deze brief vele thema's en obsessies van Cioran prima tot uiting.

Màximo San Juan Arranz liet zich door een aantal fragmenten van de brief inspireren voor elf sobere zwart-wit-illustraties. Luc Devoldere had het goede idee in de marge van de vertaling van Katelijne De Vuyst een aantal notities uit CioransCahiers 1957-1972 te plaatsen, die een dialoog aangaan met de tekst van de brief. De eerste notitie luidt: "De wijze schrijft geen brieven." (MS)